Ik ben weer eens op pad met mijn favoriete
amateur fotograaf; Geert Bakema.
Geert kwam in 1897 net als veel andere
noorderlingen op 29 jarige leeftijd met zijn
gezin uit Groningen naar Enschede om te werken
in de textielindustrie. Hij vond een woning aan
de Haaksbergerweg. Geert had een grote passie;
fotograferen, een dure liefhebberij en hij
probeerde dan ook wat terug te verdienen door
zijn foto’s als ansichtkaarten aan de man te
brengen. Zijn geliefde plek om plaatjes te
schieten was niet de binnenstad maar grofweg het
gebied tussen de Deurningerweg, de
Oldenzaalseweg en de Voortsweg. Er zijn een
twaalftal van deze kaarten, herkenbaar aan de
tekst met zijn naam in het rood, bekend die bij
verzamelaars zeer in trek zijn.
Geert keerde in 1912 terug naar Groningen…
Vandaag fotografeert hij speciaal voor mij vanaf
het Lasonderpad “de Huus van Spits.”
Een rij huizen midden in een nog open landschap
waar we links nog vaag de contouren van de toren
van de Jozefkerk herkennen. Ze zijn een typisch
voorbeeld van hoe men voor 1896 toen de gemeente
nog niets reguleerde, huizen bouwde. De heer
Spits, een belegger, had van een boer een stuk
heidegrond gekocht en daarop zette hij, zonder
vergunning of andere voorschriften een lange rij
huizen die hij meestal via een van de
textielfabrikanten verhuurde aan de nieuwe
arbeiders van buiten de stad. Voorzieningen
waren er nauwelijks of zeer primitief en een pad
ernaar toe sleet vanzelf wel uit vanaf het
Lasonderpad.
Het weggetje dat niet verder liep dan de huizen
werd in de volksmond “Weg langs de huus van
Spits” genoemd, een naam die door de gemeente
rond 1896 werd overgenomen in de ambtelijke
vorm;
“Weg langs de woningen van Spits”. In 1899 kreeg
het de officiële naam; Deurningerdwarsstraat om
in 1921 omgezet te worden naar de Genestetstraat
en doorgetrokken naar de toen nieuw aangelegde
Nicolaas Beetsstraat. Vanaf het begin had het
straatje geen goede reputatie. Geen wonder want
allerlei mensen uit diverse streken met hun
eigen achtergronden en culturen stopte men bij
elkaar. Boeren uit Twente, vissers en schippers
uit de kop van Overijssel en veenarbeiders uit
Drenthe, Groningen en Friesland. Deels straatarm
en ongeschoold dus konden meningsverschillen en
confrontaties in combinatie met het forse
drankgebruik niet uitblijven.
De foto van “de huus van Spits is voor mij zo
speciaal omdat mijn grootouders er in 1902
kwamen wonen. Beide waren boerenkinderen uit het
buitengebied waarvoor op de boerderij geen werk
en plaats was dus kozen ze uit nood voor het
“grote geld” in Enschede. Ze waren pas getrouwd
en oma was in verwachting van mijn oudste tante…
Het ruige leven met ruzies en veel drank in de
Spits waren ze echter niet gewend en ze
probeerden toen hun kindje was geboren zo snel
mogelijk weg te komen. Dat lukte gelukkig al
snel via een collega van opa, zelf een
boerenzoon die aan de Janninksweg van zijn
erfdeel een dubbel woonhuis had gebouwd. Hij
woonde er zelf en wilde het gedeelte naast hem
wel verhuren.
Ze hebben er tot 22 februari 1944 met plezier
gewoond. Toen vaagden bommen het weg.
IN DE HUUS VAN SPITS
In het jaar 1902
kwamen ze naar Enschede.
Waar zoals men het toen zag,
in de textiel een toekomst lag
Van Heek had al een huis gevonden
dat ze zo betrekken konden.
Een woning in de Huus van Spits.
Daar gold de wet van Rooie Frits.
Een woeste vent die teveel dronk.
Dus altijd naar de foezel stonk.
Hij bepaalde wat er moest.
De rest hield zich uit angst vaak koest.
Totdat hij de verkeerde trof.
Het escaleerde ruw en grof.
Een visserszoon uit Vollenhove
wilde Frits de schedel kloven.
Dat geweld en gekrakeel
werden het mijn grootouders teveel.
Van hun pril
geluk
ging veel verloren,
ook toen hun kindje werd geboren.
Ze vluchtten naar de Janninksweg.
’t Begon in Eanske dus met pech.