STRIPFIGUREN..

 

 



 .
 

 




De eerste strip waarmee ik als kind kennis maakte stond in dagblad TUBANTIA (’n Bans) dat in de meeste gezinnen in Enschede werd gelezen. Naast de feuilleton stond dagelijks een aflevering van de belevenissen van PANDA die zoals op de afbeelding te zien is, bestond uit drie plaatjes met daaronder het verhaal. Panda was natuurlijk de hoofdfiguur maar tijdens zijn avonturen stuitte hij steevast op een sluwe oplichter en bedrieger die met vlotte praatjes iedereen om de tuin leidde en er met de buit vandoor ging. Slechts een enkele keer kreeg hij zijn verdiende loon en verdween hij in het gevang maar meestal kwam hij er met list en bedrog zonder kleerscheuren af. Deze sluwe vos was dan ook een echte vos en luisterde naar de voor zijn misdragingen niet voor de hand liggende naam; JORIS GOEDBLOED.
De verhalen hadden vaak als titel; Panda en de Meesterdief of Panda en de Meesterdetective of een ander exclusief beroep hetgeen aangaf dat men met een specialist van doen had die met de problemen wel raad wist, maar achteraf steeds de oplichter Joris Goedbloed bleek te zijn.
De strip werd getekend en geschreven door Marten Toonder die met Panda niet alleen succesvol was in Nederland maar in heel Europa en zelfs in Amerika waar belangrijke bladen de strip opnamen. Dit succes was te danken aan het internationale karakter van de verhalen en de herkenbare tekeningen. Reintje de Vos is in de hele wereld de verpersoonlijking van sluwheid, list en bedrog.
Ik keek er iedere dag naar uit en zodra de krant er was vroeg ik of moeder me wilde voorlezen en herhaalde dat verzoek na het eten aan vader om zeker te zijn dat ik alles goed had meegekregen.
In navolging van een oudere neef knipte ik de strip uit en plakte deze in een leeg schrift zodat ik het hele verhaal kon bewaren tot ik goed kon lezen.
Natuurlijk waren er in onze jeugd meer stripverhalen. In Tubantia stond ook regelmatig een verhaal van Ketelbinkie, een klein ventje dat over oerkracht beschikte en daardoor uitblonk in alle sporten. Was het verhaal afgelopen dan kon je via de krant het album bestellen.
Verder waren er Sjors en Sjimmie, Bulletje en Bonestaak, Kick Wilstra en Kapitein Rob terwijl in onze leesmap het weekblad Kuifje zat waarin niet alleen de avonturen van Kuifje en Bobbie waren opgenomen maar ook die van Suske en Wiske. In oktober 1952 verscheen voor het eerst Donald Duck, een vrolijk weekblad, op het Nederlandse striptoneel waarvoor ik een abonnement kreeg. Jarenlang heb ik al de afleveringen van Donald en zijn vrienden bewaard. Toen ik in dienst was, gingen mijn ouders verhuizen en werd alles rigoureus opgeruimd en dan te weten dat de Nr. 1 uit 1952 nu meer dan € 100,-- opbrengt.
Maar de mooiste verhalen vond ik toen en vind ik nu, alleen al door het fraaie taalgebruik, nog altijd die van Marten Toonder. Waren het in mijn jongste jeugd Panda en Joris Goedbloed, later kwamen Tom Poes en Heer Bommel. Met de avonturen van de laatste die steevast eindigen met een eenvoudig doch voedzaam maal, is nu nog steeds een hele plank van mijn boekenkast gevuld want “geld speelt geen rol” zoals mijn goede vader altijd zei.


 

 




Bulletje en Boonestaak..