'N TUK
Dizze kearls stoat bie ‘nTuk.
’t Is weenter en ’t iezelt luk.
Dat brech de jongs
nich van heur stuk,
bie köalte doot ze
de haa’n in ’n tuk.
De jongens staan hier inderdaad bij
de ingang een bijzonder straatje dat naar
verhouding met andere straten buiten het centrum
vaak is gefotografeerd. Ook heeft het in de loop
der jaren veel namen versleten. Het begon
allemaal met een voetpad langs de Grote Stoom,
een in 1830 voor die tijd grote textielfabriek
die stond op de plek van de villa rechts op de
foto… Het pad werd “Achter ’n Groot’n Stoom”
genoemd. Daarna kreeg het in de volksmond omdat
het doodliep en je er net als in een broekzak
niet verder kon, de naam ‘n Tuk. Toen er
bebouwing kwam en men bij de gemeente bewuster
met straatnamen omging werd het in 1889
“Kortesteeg” dat in 1899 werd gewijzigd in
Eerste Hengelosedwarsstraat. Nadat de Tweede
Hengelosedwarsstraat omgedoopt werd in
Boddenkampstraat , werd het bij de doorbraak
naar de Kottendijk en Deurningerstraat in 1924
gewoon Hengelosedwarsstraat om uiteindelijk in
1968 de huidige naam Raiffeisenstraat te krijgen
als aandenken aan de gelijknamige Duitse econoom
en oprichter van de Boerenleenbanken en aan de
daaraan verwante Lonneker Landbouwbank.
Dit gedicht is opgenomen
in de Twentse Taalbank
onder;
zoekfunctie >
type Gerrit Schorn