VEILIGHEID..
We klagen tegenwoordig nog wel eens over de
veiligheid in de stad want je kunt tijdens een
avondje stappen zomaar in elkaar geslagen worden
of ze jatten je fiets enz. enz.
Maar de onveiligheid van Enschede is van alle
tijden……
Laten we de
tijdmachine maar eens even benutten om terug te
gaan naar het jaar 1725.
Enschede telt nog
maar 1500 inwoners en kent geen politie. De
enige die er naast het gemeentebestuur fungeert
om regels te handhaven is de z.g. stadsdiender,
een manusje van alles in dienst van de gemeente.
Hij is omroeper, nachtwaker, ijker en bode
tegelijk. Zijn macht is beperkt en daarbij
afhankelijk van zijn eigen overredings- en
spierkracht. De stadsdiender in 1725 heeft die
blijkbaar niet want ene Lammert Tesink die aan
de Langestraat woont, doet waar hij zin in
heeft.
Hij rooft en
vernielt naar harte lust en terroriseert de
bewoners op een dergelijke wijze dat niemand de
moed heeft om de oersterke kerel iets in de weg
te leggen. Wie dat wel durft, wordt afgetuigd en
mag blij zijn het er levend af te brengen…. Het
stadsbestuur zit met de handen in het haar en
besluit in 1728 wanhopig de hulp in te roepen
van Ridderschap en Steden (nu Provinciale
staten). Dit is natuurlijk een afgang want het
toont aan dat men niet in staat is de eigen
boontjes te doppen…
De Ridderschap
belooft in te grijpen en stuurt vanuit Zwolle
acht zwaar bewapende soldaten naar het huis van
de misdadiger. Tesink, voor de duvel niet bang,
laat zich naar buiten lokken waar hij na hevig
verzet met grof geweld wordt gekneveld en onder
luid gejuich van de toegestroomde Enschedeërs
afgevoerd richting Hengelo. Een in allerijl
opgeroepen richter heeft in een zeer kort geding
nauwelijks een minuut nodig voor een
veroordeling waarna Lammert Tesink op 28 april
1728 ter plekke wordt opgehangen. Het stadje is
van een zware last verlost…
Over de plek waar
de terechtstelling plaats vond, zijn de bronnen
verdeeld. Er is sprake van de galg bij de
Hengelose tol (was die toen ook al tegenover de
Broeierd?), de ander spreekt van een hoge boom
richting Hengelo. Het kan ook bij de splitsing
van de Hengeloscheweg en de Oude Beckummerweg
(nabij het huidige belastingkantoor)zijn geweest
… Op de oudste kaart van Enschede uit 1560
getekend door Jacobus van Deventer zien we op
die plek een galg afgebeeld. De galgen werden
meestal buiten stad bij een toegangsweg
geplaatst om lieden met duistere plannen er op
te wijzen dat men geen pardon kende. Men liet de
misdadigers als afschrikwekkend voorbeeld soms
wekenlang hangen. De lijken werden uiteindelijk
begraven op de Bottenkamp (Boddenkamp)…het
terrein tussen de Hengelosestraat en de
Kottendijk.