Een veldmuis vond in 't beukenbos
een lege notedop
Hij poetste hem met vochtig mos
en zand een beetje op
Hij maakte er twee wieltjes aan en zei:
"M'n fiets is klaar!
Nu rijd ik van de heuvel af zonder het minst
bezwaar"
Nu rijd ik van de heuvel af zonder het minst
bezwaar"
Hij deed zoals hij had gezegd:
hij ging bij lichte maan
Met fiets en al op 't topje van een
hoge heuvel staan
Hij trok zijn poten op en hup!
daar ging hij naar omlaag
Dat's voor een muis in elk geval nogal een hele waag
Dat's voor een muis in elk geval nogal een hele waag
Maar halverwege, AU! daar kwam
zijn staartje tussen het wiel
De notedop sloeg om en om,
zodat de veldmuis viel
Beneden sprong hij hinkend rond,
maar 't allergekste was
De fiets bleef aan zijn staart geklemd, zo kwam de
muis te pas
De fiets bleef aan zijn staart geklemd, zo kwam de
muis te pas
|
De boodschap van de dichter (Harry van Heumen, geb.
1916) lijkt duidelijk.
Een waarschuwing tegen overmoedig gedrag en mogelijk
ook:
veldmuizen horen niet op een fiets.
Wie zijn plaats niet weet moet maar voelen.
Nadere beschouwing is mogelijk vanuit twee
gezichtspunten: wat er staat en wat er juist niet
staat.
Wat wordt er precies beschreven?
Een landgenoot van nederige komaf, met een
leerachterstand zouden wij nu zeggen,
heeft zelf een fietsje gemaakt. Daarmee tracht hij
van een heuvel af te rijden.
Daarbij komt hij maar liefst halverwege, wat een
hele prestatie genoemd mag worden.
Dan vindt echter een ongeval plaats, waarbij de
berijder gewond raakt.
Uit het gedicht spreekt geen waardering voor deze
technische prestatie.
Ook toont de dichter geen medelijden met het gewonde
dier.
Integendeel, er is voldoening en leedvermaak: "zo
kwam de muis te pas."
Het tweede couplet suggereert het nachtelijk uur,
wat de gebeurtenis een stiekem
karakter verleent. De veldmuis was waarschijnlijk
niet in het bezit van een geldig toegangsbewijs
voor het natuurgebied en begaf zich mogelijk ook nog
buiten de paden.
Voor ons, 21ste eeuwers, is vooral het amateurisme
opvallend.
We stellen ons voor, hoe een professionele en
hedendaagse aanpak eruit zou hebben gezien.
Een innovatief vervoermiddel, vervaardigd van
natuurlijke materialen en biologisch afbreekbaar,
wordt uitgetest vanaf een heuveltop. TV camera's
staan opgesteld.
Langs de helling zijn EHBO posten ingericht en
beneden in het dal staat de
traumaheli stand-by.
In een voorbeschouwing discussiėren deskundigen over
de wenselijkheid meer veldmuizen voor een technische
studie te interesseren. Intussen heeft de veldmuis
zich in kleurige sportkledij van een bekend merk
gestoken. Vlaggen van de sponsors wapperen in de
wind en patatgeur doet de stemming nog stijgen. Voor
de afdaling begint zoemt een camera nog even op de
muis in.
Het grensverleggende element wordt beklemtoond (een
reuzenstap voor het knaagdier...) en op de vraag of
de muis er klaar voor is antwoordt het dier :
"absoluut".
Terug naar het gedicht.
Daarin blijft onduidelijk waar de veldmuis het nu
eigenlijk voor deed.
Betrof het een weddenschap, prijsvraag, een
praktische opdracht, een poging indruk te maken op
het andere geslacht of, moeilijk voor te stellen,
ontbrak elk kader?
We zullen het nooit weten.
Er zijn geen toeschouwers.
De veldmuis vergaart geen roem en zijn naam haalt de
media hoogstens onder het kopje verkeersongevallen.
Ook wordt geen melding gemaakt van een schade- of
ongevallenverzekering. Apeldoorn wordt niet gebeld.
De muis heeft niet eens een mobieltje bij zich. Geen spoor van professionele
begeleiding of hulpverlening. De veldmuis maakte
geen gebruik van subsidie en had geen coach of
manager. Zelfs een vergunning had hij niet
aangevraagd.
Zoiets moet wel tot ongelukken leiden.
Inmiddels is de veldmuis geėmancipeerd en in goede
doen geraakt.
|
|