Vandaag bewonderen we weer een van de fraaie 
								magisch realistische schilderijen van Hans 
								Scholte in’t Hoff dat hij 
								“VOLTOOID VERLEDEN 
								TIJD” noemde. 
								Hans heeft zelf in zijn jonge jaren vaak 
								geholpen bij het maaien van de rogge, het binden 
								van de schoven en het opzetten van de oppers. 
								Dat gebeurde in de zomer (St Joapik) als de 
								rogge op z’n mooist goudgeel kleurde. Het was 
								zwaar werk en de middagpauze (Vespertied) 
								wanneer de boerin met een grote ketel koffie en 
								een rieten mand met brood naar de akker kwam, 
								was dan ook een welkome afwisseling. Even 
								uitblazen, zittend met de rug tegen een opper en 
								genieten van het uitzicht over de Es waar de 
								oppers er in het gelid stonden opgesteld. Op het 
								schilderij zien we de herinneringen van Hans 
								hieraan rechts boven afgebeeld waar het 
								laddertje van de tijd ons naartoe leidt. Het 
								werk laat ons verder zien hoe we door voorwerpen 
								of restanten in het landschap uit het boeren 
								verleden in onze gedachten of fantasie via dit 
								laddertje een nostalgisch uitstapje kunnen maken 
								naar onze eigen herinneringen aan het 
								boerenleven.
								Veel Enschedeërs hebben via hun achternaam of 
								afstamming banden met oude boerenerven uit de 
								vroegere marken rond de stad. Niet vreemd want 
								voor de komst van de textiel was het de 
								broodwinning van de meeste bewoners. Tientallen 
								van die oude erven zijn door de stadsuitbreiding 
								verdwenen. Alleen straat of wijknamen herinneren 
								ons nog aan de plaats waar ze ooit stonden. 
								Natuurlijk wordt er in het buitengebied nog 
								volop geboerd maar het is verworden tot 
								intensieve veehouderij waarbij de dieren 
								nauwelijks nog buiten komen en monocultuur. 
								Weidegrond die weliswaar prachtig groen is maar 
								waar geen ruimte meer is voor onkruid of bloemen 
								en waar in de dode grond geen worm of insect kan 
								leven, laat staan dat een Kievit er zijn eieren 
								nog legt. 
								Het boeren bedrijf moet natuurlijk economisch 
								verantwoord zijn waardoor de saaie mais in de 
								plaats is gekomen van de goudgeel golvende 
								akkers zoals die in het Twentse Volkslied staan 
								beschreven.
								Die kleurrijke essen die onze generatie nog 
								heeft gekend zijn inderdaad “VOLTOOID VERLEDEN 
								TIJD”
								
								
								
								
								VERLOREN BOERENLAND
								Soms stuit ik nog op een restant
								van mijn verloren boerenland.
								Een stukje van een oprijlaan,
								een eik die men heeft laten staan.
								Een melkbus van de schroot gered,
								een putrand in een tuin gezet.
								
								Ze voeren naar vervlogen dagen.
								Naar ’t voorgeslacht da ‘k niets kan vragen,
								maar dat, hoewel het is verdwenen
								nog voort bestaat in al mijn genen
								als het onuitwisbare restant
								van mijn verloren boerenland………