Voor de geschiedenis van deze, in onze jeugd
topattractie, moeten we terug naar het jaar 1923.
Bij een openbare verkoop kochten de gebroeders Smit
een door de Hengelose fabrikantenfamilie Hulshoff
Pol in vroeger jaren aangelegde Engelse tuin. Deze
bestond uit twee vijvers, een tennisbaan en een
theekoepel gelegen op wat eens de gronden waren van
het oude erve de Waarbeek.
In 1924 openden de ondernemende broers hier het
“Theehuis de Waarbeek”. Een theehuis was in die
dagen de grote mode en erg in trek als
pleisterplaats bij de uitstapjes makende elite.
Maar de broers wilden een groter publiek en maakten
een van de vijvers tot een roeivijver en plaatsten
diverse nog eenvoudige speeltoestellen voor de
jeugd.
Dit sloeg aan en de bezoekersaantallen namen dermate
toe dat er een treinstationnetje werd geopend aan de
lijn Enschede-Hengelo achter “de Kettingbrug” ook al
zo’n bekende aanlegplaats voor dagjesmensen. Men
bereikte vandaaruit via een wandeling door het bos
de Waarbeek.
Toen het Twentekanaal werd gegraven was deze
toeristische route natuurlijk niet meer mogelijk.
De eerste grote attractie werd in 1930 de zogenaamde
“Rodelbaan” die eigenlijk een achtbaan is.
Deze werd bedacht en ontwikkeld door een ingenieur
van een van de Hengelose metaalbedrijven en door het
personeel van de Waarbeek zelf gebouwd. Ook het
Theehuis onderging een metamorfose.
VAREN, SPELEN EN SPELEVAREN
Vanaf mijn vijfde levensjaar tot mijn elfde was een
bezoek aan de Waarbeek een jaarlijks in de grote
vakantie terugkerend festijn dat samen met familie
of vrienden van mijn ouders en hun kinderen werd
gevierd. We fietsten er in optocht naartoe via de
haven en de Burgemeester Stroinkstraat.
Een heldere geest had toen al bedacht dat het kanaal
dat in eerste instantie de doodsteek was geweest
voor het stationnetje nu zelfs winstgevend kon
worden door vanaf de Enschedese haven een
plezierboot te laten varen.
Slechts eenmaal liet het familiebudget in die
periode het toe dat de kinderen met de boot mochten.
Die dag moesten we achterop de fiets bij de ouders
die ons bij de aanlegplaats afzetten, wachtten tot
we veilig aan boord waren en zelf per fiets naar ons
reisdoel peddelden. Aan een bekende die toevallig
wel met de boot ging, werd gevraagd een oogje in het
zeil te houden.
Zo werd er geld bespaard voor ranja en ijs en konden
de kinderen de eerste ervaring opdoen als zeeman. De
boottocht met die alom vermaarde MS Hilda viel
tegen. Na de Lonnekerbrug zag je links en rechts
alleen maar riet en pas bij de Zwaaikom en de
Hengelose sluizen werd het panorama wat
interessanter, maar toen was het doel ook al
bereikt.
Eigenlijk was de Waarbeek toen nog niet meer dan een
wat uit de kluiten gegroeide Stevenfenne speeltuin.
De grote gezellige familie, de ranja, de ijsjes maar
vooral de roeibootjes en de Rodelbaan maakten het
tot een belevenis waarover je nog dagen napraatte en
waarbij je je al verheugde op de volgende keer.
DE RUPS EN DE SWING MILL
Sinds die vrolijke 50er jaren was ik er niet meer
geweest. Toen onze dochter de pretparkleeftijd had,
was de Waarbeek dermate in verval geraakt dat we ons
heil in Hellendoorn of bij de Efteling zochten.
Maar sinds Adje het heft in handen heeft, is er veel
verbeterd en gemoderniseerd en omdat er speciale
kortingsacties waren, besloten we onlangs samen met
de kleinkinderen een middagje te gaan Waarbeken…….
Het was een warm weerzien. De roeivijver was er nog
en het geklik van de ketting die de karretjes van de
Rodelbaan omhoog trekt, klonk nog net zo als
vroeger. Deze kleine achtbaan is trouwens in de loop
der jaren tot een internationale curiositeit
geworden die liefhebbers van
overal naar Hengelo
lokt. Het blijkt de op een na oudste, nog in bedrijf
zijnde ijzeren achtbaan ter wereld te zijn.
Maar deze oudjes waren het niet die mijn
nostalgische gevoelens deden oplaaien. Ik keek
namelijk mijn ogen uit naar de attracties die ik nog
kende van de Paaskermis op het Volkspark.
Adje had, zo hoorde ik, de verouderde toestellen uit
het depot van de bekende Hengelose kermisexploitant
Gigengack opgekocht en hiermee het pretpark nieuwe
allure gegeven.
De meeste namen was ik vergeten maar twee attracties
met jeugdsentiment maakten me weer net zo
enthousiast als vroeger op kermis; De Swingmill en
de Rups………………..Vooral de laatste raakte een gevoelige snaar.
Natuurlijk moest ik erin en omdat het mijn vrouw van
al het draaien al wat duizelde, ging ik met de
kleintjes. Terwijl we de overkapping over ons heen
zagen komen en ze zich verschrikt tegen mij
aandrukten, droomde ik weg…….... terug naar de kermis
op het Volkspark.
Ik zal een jaar of vijftien zijn geweest toen ik met
een vriend bij de Swingmill stond te kijken. Naast
ons stonden twee meiden en mijn vriend die in
dergelijke zaken een stuk doortastender was dan ik,
vroeg of ze geen zin hadden in een ritje met ons. Nu
dat wilden ze wel en weldra rukte ik naast een leuk
blondje gezeten, stoer en met volle kracht aan het
touw.
Ik doe deze ontboezeming met enige schroom maar het
moet er na al die jaren maar eens uit.
We hadden veel lol en eenmaal uitgestapt was het
maar een klein stukje lopen naar de rups waarin de
dames ons vrolijk vergezelden. Nu was ik weliswaar
niet moeders mooiste, had geen vrouwenvlees en was
daardoor zeer verlegen maar toen de overkapping ons
eenmaal voor de buitenwereld onzichtbaar had
gemaakt, waagde ik na enige rondjes toch een arm om
haar schouders te slaan hetgeen ze glimlachend
toeliet. Mijn zelfverzekerdheid steeg daardoor met
de minuut en toen Tineke, want zo bleek ze te heten,
bij het tweede ritje met de rups welwillend inging
op mijn schuchtere poging om haar te kussen,
bereikte mijn gelukzaligheid ongekende hoogten.
Omdat mijn vriend blijkbaar ook succes had, stelden
we voor onze kennismaking elders op een rustiger
plekje in het Volkspark te verdiepen. De dames
giechelden wat en zeiden toen dat ze wel trek
hadden. Wij beschouwden dit als een extra
aanmoediging maar bij nader inzien bleek dat ze zin
hadden in iets lekkers van de kermis. Nu hadden wij
dat ook wel maar helaas door al het gedraai waren we
door ons kermisgeld heen. Dit voldongen feit viel
blijkbaar niet in goede aarde want na enig heen en
weer gepraat waarbij mijn vriend, die zeer direct
kon zijn, nog het spreekwoord; ” In geval van nood, smaakt worst ook zonder brood” in stelling bracht,
maakten ze zich van ons los met
de woorden; “Kom, we gaan weer eens verder” en verdwenen tussen de
talrijke kermisgangers op zoek naar nieuwe
slachtoffers. Mijn vriend uitte zijn misnoegen nog
door hen nog enige scheldwoorden na te roepen die ik
hier niet zal herhalen, maar voor mij stortte de
wereld volledig in en ik smakte vanuit de zevende
hemel keihard terug op een der harde voetpaden van
het Volkspark. Weg waren mijn zojuist verworven moed
en zelfverzekerdheid.
“Kom, wie goat hier vot”, opperde mijn vriend die
mijn gemoedstoestand goed inschatte en zwaar
aangeslagen en teleurgesteld, liepen wij zwijgend
naar huis.
Toen ik dit voorval enige tijd later met een oudere
neef besprak, die mij zo af en toe bijpraatte, over
levenskwesties in het al gemeen en omgang met
meisjes in het bijzonder, moest hij lachen.
“Een typisch voorbeeld van het ondoorgrondelijke
karakter van vrouwen”, sprak hij wijs.
“En”, oreerde hij verder, “Pas wanneer ze voor jou
willen betalen, heb je echt beet”. Woorden die ik goed in mijn oren knoopte maar waar
ik in de praktijk vaak te laat aan dacht want waar
de hormonen de overhand krijgen, blokkeert het
gezonde verstand…………
Ik krijg ineens een fantastisch idee!
Zou het niet leuk zijn om onze volgende reünie bij
de Waarbeek te houden?????
Ik ben benieuwd welke meisjes er met mij in de Rups
willen…………………