De Waarbeek kennen we allemaal, maar toen ik de
bijgaande foto tegenkwam, waarvan ik moet zeggen dat
er mooiere van het pretpark bestaan, moest ik toch
even de boeken raadplegen want het ging me om het
opschrift.
Voor de geschiedenis van deze, in onze jeugd
topattractie, moeten we terug naar het jaar 1923.Bij
een openbare verkoop kochten de gebroeders Smit een
door de Hengelose fabrikantenfamilie Hulshoff Pol in
vroeger jaren aangelegde Engelse tuin. Deze bestond
uit twee vijvers (foto boven), een tennisbaan en een
theekoepel gelegen op wat eens de gronden waren van
het oude erve de Waarbeek.
In 1924 openden de ondernemende broers hier
“Theehuis de Waarbeek”. Een theehuis was in die
dagen de grote mode en erg in trek als
pleisterplaats bij de uitstapjes makende elite.
Maar de broers wilden een groter publiek en maakten
een van de vijvers tot een roeivijver en plaatsten
diverse nog eenvoudige speeltoestellen voor de
jeugd. Dit sloeg aan en de bezoekersaantallen namen
dermate toe dat er een treinstationnetje werd
geopend aan de lijn Enschede-Hengelo achter “de
Kettingbrug” ook al zo’n bekende aanlegplaats voor
dagjesmensen. Men bereikte van daaruit via een
wandeling door het bos de Waarbeek. Toen het
Twentekanaal werd gegraven was deze toeristische
route natuurlijk niet meer mogelijk.
De eerste grote attractie werd in 1930 de zogenaamde
“Rodelbaan” die eigenlijk een achtbaan is.
Deze werd
bedacht en ontwikkeld door een ingenieur van een van
de Hengelose metaalbedrijven en door het personeel
van de Waarbeek zelf gebouwd. Ook het Theehuis
onderging een metamorfose.
De meeste van ons kennen de verdere ontwikkelingen
van het pretpark uit eigen ervaring..... vooral als
die begon met de plezierboot de Hilda vanuit de
Enschedese haven.... en nu is Adje de baas...
De oplettende lezer zal zeggen; "de Waarbeek, mooi,
maar wat heeft dat, buiten dat veel Enschedeërs er
naar toegingen, met Oud-Enschede te maken?
Alles, want de Waarbeek en ook de Kettingbrug zijn
oud-Enschede of liever gezegd tot 1934 gemeente
Lonneker en van 1934 tot 1937 Enschede. Toen
Enschede en Lonneker in 1934 samen werden gevoegd,
was er nog een kaper op de kust die net als Enschede
ruimte te kort kwam voor de arbeiders in haar
groeiende metaalindustrie. Dus probeerde Hengelo het
ook maar eens door grote delen van Boekelo,Twekkelo
en Groot Driene op te eisen. Enschede was weliswaar
genegen grond af te staan maar deze eisen waren toch
wel te gortig waarbij nog kwam dat de inwoners een
toevoeging bij Hengelo totaal niet zagen zitten.
Veel inspraak had men toen niet en uiteindelijk ging
Enschede akkoord met Groot Driene en een deel van
Twekkelo en in dat laatste gedeelte lagen zowel de
Waarbeek als de Kettingbrug. En zo kon het gebeuren
dat op 1 mei 1937 niet minder dan 943 inwoners
zonder te verhuizen van Enschede naar Hengelo
gingen. Gelukkig bleef Boekelo bij Enschede anders
waren we ook nog Bad Boekelo als attractie kwijt
geweest.....