Voor het fenomeen wielerbaan moeten we putten uit ons geheugen.
Het was voor ons toen - of je nu van het Stevenfenne kwam of uit
de Frederikastraat - een bestemming waar je op de vrije
woensdagmiddag of na schooltijd met een stel andere avonturiers
naar toe trok. In het buitengebied gelegen door prikkeldraad,
een hoge wal en nog lage eiken omzoomd was het in onze ogen een
geheimzinnige plek waar zich van allerhande spannende zaken
zouden afspelen.
Alleen wanneer je in een hoge staat van overmoedigheid
verkeerde, waagde je je binnen de omheining. Ikzelf overwon
slechts voor een keer mijn angst voor boze boeren, honden of
ander onheil en kroop voorzichtig onder het prikkeldraad door.
Binnen was er niet veel meer te zien dan een open grasveldje
waarop een houten keetje stond.
Ik nam het geheel even in mij op maar spoedde mij toen er van de
andere kant een man naderde, haastig terug naar mijn ademloos
wachtende kornuiten.
De man had mij weliswaar gezien en wat geroepen maar ik schepte
op dat hij mij met een mes had gedreigd hetgeen diepe indruk
maakte en ons deed besluiten het hazenpad te kiezen.
Later toen ik met mijn oom die met zijn bouvier aan
hondendressuur deed, een keer mee mocht, kwam ik er achter dat
de wielerbaan werd gebruikt als oefenterrein.
Kom laat ons naar de Helmer gaan,
Dan zoeken wij de wielerbaan.
En vinden wij dat lapje grond,
Dan dansen wij in ’t rond.
‘k Wil hem vinden klinkt mijn lied,
‘k Zal hem vinden klinkt mijn lied
‘k Ga hem vinden en anders niet.
Ik struin hier door de Helmerhoek,
Waar ik me haast de pleuris zoek.
Maar eindelijk bij de Oude Dijk,
Daar haal ik mijn gelijk.
Hij is gevonden klinkt mijn lied
Hij is gevonden klinkt mijn lied
'k Heb hem gevonden en jij lekker niet.
OP ZOEK
Mini die in de Helmerhoek oppast op haar
kleinkinderen had al een aantal keren
tevergeefs gezocht naar de wielerbaan of
naar wat er van over was. Dat was voor mij
natuurlijk een uitdaging. Het moet een jaar
of veertig geleden zijn dat ik er voor het
laatst was geweest en er nog geen huizenbouw
had plaatsgevonden.
Mijn vrouw ging met een zoektocht akkoord
wanneer we ook het nabijgelegen
winkelcentrum op de Wesselerbrink zouden
aandoen waar volgens zeggen enige leuke
modewinkels zouden floreren. Voor wat hoort
wat, dus doorstond ik voorafgaand aan het
speuren deze ontbering.
Al snel bleek dat de vroegere toegangswegen
via de Helmerstraat, de Helmerzijdeweg of de
Voshaarweg waren geblokkeerd of een
autoverbod hadden. Alleen via de
Broekheurnerring geraakten we in de
nieuwbouwwijk de Helmerhoek, of liever gezegd
in een doolhof. We parkeerden ergens de auto
en puur op richtinggevoel doorkruisten we de
diverse hoeken.
Tot ineens! Ja, daar was de
Oude Dijk, nu een fietspad toen de zandweg
waaraan de wielerbaan gelegen was. We kwamen
voor een slagboom die het autoverkeer uit
het gebied moest houden en ik herkende de
oude voetbalvelden van "de Den" waarop nu
een manege stond. We volgden de Oude Dijk
verder de wijk in want deze moest ergens de Boswinkelbeekweg kruizen.
Hadden we dat kruispunt gevonden dan hadden
we ook de wielerbaan te pakken.
Daar doken reeds enige oude bomen op en
inderdaad precies bij het kruispunt naast
het busstation waren duidelijk de contouren
van een ellips te zien, omringd door
geslonken wallen en begroeid met nu grote
eiken. Men had het niet gesloopt of bebouwd
maar als een soort parkje intact gelaten.
Ik moest even een brok in de keel
wegslikken. Dit was dus over van de
geheimzinnige plek die ons als kind aantrok
maar gelijktijdig ook vrees inboezemde. Er
waren nieuwe huizen gebouwd,
maar ook de
paar oude huizen van vroeger stonden er nog.
En wie woont er in het oude boerderijtje?
Wielrenner Joost Posthuma. Kan geen toeval
zijn!
Het kostte ons een kwartier om de auto terug
te vinden maar dat kon de pret niet drukken.
Zo trots als een hond met zeven lu…. sorry
staarten, mailde ik Mini mijn succesvolle
speurtocht door en kon het niet laten
onderstaand rijmpje onder haar neus te
wrijven; .
'k vond hem 't eerste klinkt mijn lied
'k vond hem 't eerste klinkt mijn lied
'k vond hem 't eerste en jij lekker niet.
Ik weet niet wat ze toen dacht, maar het zal
wel iets zijn geweest als; "óóóhh,
..... rótjong"!
Maar ja, je bent padvinder of je bent het
niet!
Ze is ondanks mijn aanwijzingen nog zes keer
op zoek geweest voordat ze het had gevonden.
Maar….. Mini maakte wel de mooie foto’s.