ZIEKENHUIS “ZIEKENZORG”
In de namiddag op 26 oktober 1904 vond in de
Veenstraat de plechtige opening plaats van het
nieuwe gedeelte van het Ziekenhuis der
Vereeniging “Ziekenzorg.”
Deze werd op 1 juni 1892 opgericht en hield zich
in de eerste tijd alleen bezig met het
uitoefenen van de wijkverpleging, het
verschaffen van materialen ten dienste van de
verpleging en het kosteloos verstrekken van
melk, eieren en wijn (Pleegzuster Bloedwijn) aan
zieken en herstellenden.
Het bleek al snel dat de organisatie in een
dringende behoefte voldeed en zag men de
noodzakelijkheid in dat op de duur een
ziekenhuis nodig zou worden, daar waar de
wijkverpleging niet voldoende kon helpen omdat
de gelegenheid ontbrak om de patiënten de nodige
rust te bezorgen en waar voortdurend deskundig
toezicht nodig was dat niet alleen door de
wijkverpleging verleend kon worden.
Met de geldelijke steun van de familie Ledeboer
werd de “Vereeniging” in staat gesteld dit
ziekenhuis te bouwen. Allereerst op bescheiden
schaal waarmee men toen van mening was in de
behoefte te kunnen voorzien. Het was op 26 juni
1897 dat in dit gebouw de eerste officiële
openingsplechtigheid plaatsvond.
Men beschikte toen over 11 bedden voor patiënten
en een barak die ruimte bood voor 6
besmettelijke zieken.
Het ziekenhuis bleek al spoedig te klein te
zijn, wat met de snelle aanwas van onze
bevolking ook niet te verwonderen was.
Het bestuur vergaderde opnieuw en met veel
gesteggel met cijfers werd besloten dat aan het
kleine ziekenhuis een flinke bijbouw kon
plaatsvinden dat de gelegenheid bood, behalve de
barak, aan een 25 tal patiënten een in alle
opzichten een uitstekende verpleging te bieden.
In januari 1903 werd in aanwezigheid van tal van
autoriteiten en belangstellenden het ziekenhuis
plechtig heropend en verkeerde men in de
veronderstelling voor een vrij groot aantal
jaren voldoende ruimte te hebben om aan alle
aanvragen te kunnen voldoen.
Het bleek al snel dat daar toch wat te
optimistisch over was gedacht. Er waren
nauwelijks enige maanden verlopen of alle bedden
waren al vrij geregeld bezet en werd een vijftal
ledikanten aangekocht om in het tekort te kunnen
voorzien hoewel feitelijk de ruimte ontbrak om
ze behoorlijk te plaatsen. Geleidelijk werd de
aanvraag om opname van patiënten nog groter en
het kostte directrice en bestuur heel wat
hoofdbrekens om aan die aanvragen te kunnen
voldoen. Er werd met ruimte gewoekerd, de
directrice stond haar zitkamer af en hier werden
2 kinderledikanten geplaatst. Men nam de
badkamer als ziekenkamer in gebruik en ook hier
werden 2 ledikanten geplaatst. De grote zalen
die voor 10 patiënten waren ingericht moesten nu
12 tot 15 patiënten herbergen en zelfs op de
waranda moesten 8 zieken overnachten.
Dit even om een indruk te geven hoezeer van elk
beschikbaar plekje gebruik gemaakt moest worden.
Het bestuur wilde in deze toestand wel graag
verandering brengen maar helaas waren de fondsen
er niet om daar vrijelijk gebruik van te kunnen
maken en een beroep op de medeburgers werd ook
afgezien, omdat zo kort geleden nog ook al zo’n
verzoek goed werd gehonoreerd.
Verheugend was dan ook de verrassing van de heer
E. Jannink Gzn van wie een schrijven werd
ontvangen waarbij een bedrag van vijftienduizend
gulden ter beschikking werd gesteld waarmee de
zozeer gewenste uitbreiding kon worden
gerealiseerd. De uitdrukkelijke voorwaarde was
echter wel dat deze gelden alleen mochten worden
gebruikt voor uitbreiding van het gebouw en niet
voor bijkomende kosten als inrichting enz.
Dat was beslist geen onverstandige voorwaarde
want hiermee wilde de schenker voorkomen dat
niet weer een kleine uitbreiding ondernomen
moest worden die slechts voor korte tijd
uitkomst zou geven.
Het bestuur ging onmiddellijk aan het werk, er
werd druk overlegd met de architect Beltman. Op
1 juni 1904 werd het ziekenhuis ontruimd en kon
met de uitbreiding worden begonnen. Een
hernieuwde indeling zou er later bij
bezichtiging als volgt uitzien….
In het benedengedeelte werd weinig veranderd, er
kwam alleen een deur in de huiskamer waardoor
een directe verbinding met de keuken ontstond
waardoor de dienstboden voortaan buiten het
eigenlijke ziekenhuis kon blijven.
De isoleerkamer die voor zijn doel ook minder
geschikt gelegen was, werd voor provisiekamer
ingericht omdat de vroegere nu als lift dienst
ging doen. Het lijkenhuis onderging een grote
verbetering doordat het geplafonneerd en
geschilderd werd en door een deur verbonden werd
aan het vroegere magazijn dat nu bij eventuele
begrafenissen als wachtkamer dienst ging doen.
De grote zalen werden van wasgelegenheid met
koud en warm water voorzien waardoor aan de wens
van de h.h. doktoren tegemoet gekomen werd.
Van
de tijdelijke sluiting werd ook nog geprofiteerd
om de huiskamer, operatiezaal en verbandkamer,
polikliniek, papkeuken, klassenkamers, badkamer
en benedengedeelte van gang en toiletten te
verven. De gangen en ook de grote zalen zouden
eigenlijk ook een verfbeurt moeten krijgen maar
hiermee moest worden gewacht totdat de kas er
weer wat beter bij stond.
De bovenverdieping van het voorgebouw bleef
vrijwel onveranderd, er werden alleen twee
zusterskamers tot één gemaakt en werd deze tot
bestuurskamer bestemd, verder als wachtkamer
voor de heren doktoren en voor de cursus die zij
geheel belangeloos in de vorige winter gaven en
dit ook graag in de toekomst wilden
voortzetten.
In het nieuwe gedeelte kwamen 2 grote zalen, 5
kleinere dito, de papkeuken die door een
spijzenlift met de keuken verbonden is en ook
spoelbak en toiletten. Hierboven nog een
verdieping die volledig voor de huishoudelijke
dienst was bestemd, t.w. 14 keurige
zusterskamers, droogzolder en ruimte voor het
bergen van koffers.
Het geheel is door een hydraulische lift
verbonden waardoor het trappen lopen voor
patiënten onnodig is, terwijl ijzeren
noodtrappen waren aangelegd die bij eventuele
brand dienst konden doen.
Daarna zouden nog een paar uitbreidingen volgen
voordat ziekenhuis Ziekenzorg compleet uit haar
jasje groeide en op 9 oktober 1941 haar intrek
nam in het gloednieuwe gebouw aan de De
Ruyterlaan.
Toen ook dit gebouw uit haar voegen groeide,
opende in 1980 opnieuw een ziekenhuis aan de
Haaksbergerstraat, nu onder de naam “MST”
(Medisch Spectrum Twente) en in 2014 bleek dat
ook die alweer aan nieuwe uitbreiding toe was.
In mei 2016 opende het groter en zeer fraaie
“MST”ziekenhuis haar deuren aan het Koningsplein
1.
Chapeau voor alle verpleegkundigen, artsen en
alle andere medewerkers in de zorg die altijd
paraat staan en dag en nacht voor ons in touw
zijn! Waar zouden we zijn zonder deze zorg!!!
WE HEBBEN U NODIG!!!!