Al duizenden jaren wordt de (winter)zonnewende 
								in vele culturen op het noordelijk halfrond 
								gevierd.
								
								De ‘ruwe’ en donkere nachten, de twaalf 
								nachten rondom midwinter, waren de nachten 
								waarin door onze heidense voorouders feesten en 
								ommegangen gehouden werden, die met veel lawaai 
								van bellen, zwepen, toeters, kettingen en hoorns 
								gepaard gingen. Ook ging het feest rond de 
								winter(zonne)wende veelal gepaard met het maken 
								van veel licht in al haar gedaanten: lampen, 
								kaarsen, vuur. Soms werd een brandend wiel of 
								rad gebruikt, dat ook de zon symboliseerde. Het 
								midwinters lichtfeest stond onder meer bekend 
								als Yule of Joelfeest. Het was de bedoeling om 
								de boze donkere geesten te verdrijven met veel 
								lawaai en plaats te maken voor licht. Na een 
								periode van duisternis werden de dagen gaandeweg 
								weer langer.
								De zonnewende en het hoornblazen waren vroeger 
								heidense gebruiken en zijn later ingelijfd in 
								het christelijke geloof en bedoeld als 
								aankondigen van de geboorte van het Christus 
								kind. Het feest en de gebruiken, waaronder ook 
								het hoornblazen werden ingelijfd in het 
								christelijke geloof...