500 JAAR
MARKT IN ENSCHEDE
(deel 2)
De Markt rond 1900. Er behoeft, hoewel er ruimte
is vrijgehouden,
nauwelijks rekening te worden gehouden met het
verkeer..
|
500 JAAR MARKT
(deel 2)
Dit aardige kaartje hierboven geeft het Marktplein
weer rond 1812. Veel ruimte voor marktkramen of
wagens is er zo te zien niet. De kerk wordt
achter en aan de beide zijkanten omgeven door
het kerkhof en rechts boven ligt de pastorie met
tuin. Verder zien we midden op de Markt nog twee
huizen staan en ook het Boterschooltje genoemd
naar de botermarkt die op die plek werd
gehouden. Voor de huizen liep de Haverstraat
door tot aan de Marktstraat (toen nog 1e Langestraat) en ook langs de zuidwestkant liep
een weggetje dat Kerkstraat werd genoemd. Het
was al met al dus een marktje van niets.
Nu moeten we ons van een markt destijds ook niet
zoveel voorstellen. Er werden hoofdzakelijk
zuivel en land en tuinbouwproducten aangevoerd.
Groenten zoals Boeskool (witte kool voor
zuurkool)uit Oldenzaal of uien(siepel) uit
Ootmarsum en fruit waren alleen in de seizoenen
verkrijgbaar. Vlees en vis waren er alleen
gezouten en vers vlees betekende toen levend
vee. Maar zelfs voor dat beperkte aanbod was de
markt veel te klein. Dus moest men uitwijken
naar de omliggende straten of zelfs buiten de
poorten. Zo lag de havermarkt(paardenvoer)
ongeveer bij Concordia(toen Haverstraat), werden
paarden verhandeld op de hoek van de Walstraat
en de Marktstraat(toen 1e Langestraat) Voor
levend vee als koeien, varkens, schapen en
pluimveen moest men naar de Noordmolen (
kruispunt Hengelosestraat, Molenstraat en
Deurningerstraat) en voor brandbare spullen als
beddenstro, hout en turf die men wegens
brandgevaar niet binnen de poorten wilde, ging
je naar de Stromarkt op het kruispunt de Graaff.
De stad wilde wel uitbreiden maar kon geen kant
op. Pas toen er na 1829 niet meer mocht worden
begraven in en om de kerk, kon men nieuwe
plannen maken. Allereerst werd het
boterschooltje afgebroken en verplaatst naar een
nieuwe school(de huidige Beiaard). In 1839 kwam
men met het kerkbestuur overeen om het oude
kerkhof en het kerkplein te bestraten. Het
terrein bleef echter eigendom van de kerk. In
dat jaar kreeg men ook de gelegenheid de beide
woonhuizen midden op de Markt te kopen en af te
breken. Het Marktplein werd hierdoor een heel
stuk groter waardoor de handel nog meer
opbloeide. Het moet een gezellige boel zijn
geweest waar het na het inkopen of een
lucratieve handel goed toeven was in de beide
taveernes “de Swaene” (nu de Kater) en de Schild
koning of Münsters Posthuis op de plek waar nu
de R.K. kerk staat. Toen na de brand van 1862
ook de pastorie en de bijbehorende tuin eigendom
van de gemeente werden, nam het plein haar
huidige vorm aan……De markt groeide door en er
kwamen andere producten zoals kleding en lappen
stof dus werd dat deel van de dinsdagmarkt
overgeplaatst naar het oude van Heekplein en het
Windbrugplein en kreeg de naam Nieije Markt of
Lappenmarkt. Omdat de boeren met hun wagens niet
op de zaterdagmarkt kwamen, bleef deze rondom de
kerk waar echter wel ruimte gelaten moest worden
voor de tram en ander verkeer. Ik herinner me
uit mijn jeugd nog de drukte van fietsers,
stadsbussen, vrachtwagens en melkkarren die
midden over de Markt reden en soms gevaarlijke
situaties veroorzaakten. Toen in 1958 het nieuwe
van Heekplein gereed kwam verhuisden zowel
dinsdag als zaterdagmarkt daar naar toe…
De tekening van de Langestraat richting kerk uit
1839 laat zien dat de door de gemeente
aangekochte woonhuizen midden op de markt nog
niet waren afgebroken..
Schilderij van
de stadsbrand van 1862 van Lambertus Johannes
Bruna,
geboren Deventer 20 december 1822, overleden
Enschede, 3 juni 1906
Uitsnede
uit een krantenartikel uit Tubantia ca.
1935...van de stadsbrand van 1862
|
De Markt in 1957
Hier is duidelijk te zien dat het doorgaande
verkeer het steeds moeilijker heeft...
|
De Markt rond 1914 met ruimte voor de tram, maar
de drukte blijft...
|
Terug naar deel 1
|