500 JAAR MARKT IN
ENSCHEDE
Het bericht dat de Enschedese markt 500 jaar
bestaat , zal jullie niet zijn ontgaan. Tijd om
even stil te staan bij hoe de markt is ontstaan.
We moeten daarvoor naar het jaar 1517. Enschede
was een klein onbeduidend stadje met houten
huisjes en slechts beschermd door een dubbele
gracht en een wal met een soort houten schutting
en een heg van doornenstruiken(hagen). Grote
baas was Karel V, keizer van Duitsland, koning
van Spanje en heer der Nederlanden. Ook toen al
was het land verdeeld in provinciën( gewesten).
Zetbaas(leenheer) van Karel V in Overijssel was
de bisschop van Utrecht; Frederik van Baden. Hij
voerde een zwak bestuur waarbij hij Twente vaak
aan haar lot overliet. Hiervan maakte hertog
Karel van Gelre die zijn gebied wilde uitbreiden
en met de bisschop in de clinch lag over het
bezit van de Veluwe, misbruik door regelmatig
roof, moord en plundertochten te ondernemen
tegen vooral de grote rijke handelssteden
Deventer, Zwolle en Kampen maar ook tegen
Oldenzaal, de enige ommuurde vestingstad in
Twente en belangrijk voor de bisschop als
tussenstation voor bijeenkomsten met zijn
collega uit Münster….
In 1517 laait het geschil weer op en de hertog
van Gelre en valt, gesteund met geld uit
Frankrijk, plotseling moordend, brandschattend
en plunderend Twente binnen waarbij Oldenzaal
het zwaar te voorduren krijgt en Goor en
Enschede geheel worden platgebrand. Alleen de
stenen poorten en de grote kerk blijven, hoewel
zwaar beschadigd, overeind. De machteloze
bisschop besluit hierop lijdend onder de stress
zijn ambt neer te leggen en het land te
verlaten. Zijn opvolger wordt Philips van
Bourgondië die weliswaar wat krachtiger optreedt
maar de voorkeur geeft aan Oldenzaal en daar een
legertje stationeert. Enschede moet zelf maar
voor de wederopbouw zorgen daarvoor heeft de
bisschop geen geld. Het enige wat hij kan doen
is de stad marktrechten geven, dat kost hem geen
cent maar het stadje kan er wel bij varen. Op 12
augustus 1518 schenk hij dan ook Enschede het
recht tot het houden van twee jaarmarkten, de
een op donderdag na Pasen en de andere op de
eerste werkdag na Sint Maarten( 11 nov.) tevens
mag er iedere dinsdag een gewone markt worden
gehouden. Jaarmarkten geven een stad aanzien. Van heinde en ver komen handelaren om hun waren
aan te bieden. Maar ook kwakzalvers,
zakkenrollers, hoeren, bedelaars en artiesten
proberen er de kost te verdienen terwijl in de
vele biertenten het gerstenat rijkelijk vloeit.
Op een jaarmarkt, tevens vrijmarkt, is iedereen
welkom ook mensen met schulden of met andere
delicten op hun geweten kunnen op de dag van de
vrijmarkt niet opgepakt worden.
De dinsdagmarkt daarentegen is er alleen voor de
plaatselijke boeren en kooplieden…..
dinsdagmarkt op de Oude Markt
omstreeks 1923....
Het stadsbestuur mag op de aangeboden goederen
accijns leggen en marktgeld en belastingen
heffen van de kooplieden hetgeen een mooie
stuiver opbrengt.
Hierdoor gesterkt begint de wederopbouw waarbij
men de fout begaat geen steen maar weer hout en
stro te gebruiken waardoor het risico op brand
groot blijft.
De ellende is echter nog niet voorbij. Het
onbeschermde Enschede wordt weer geplunderd en
bezet door de Geldersen. In 1523 valt het leger
van de bisschop vanuit Oldenzaal het stadje aan
en verwoest de Noordmolen op de hoek van de
Molenstraat en de Hengelosestraat. De Hertog
laat hierop op de Markt een blokhuis of bolwerk
bouwen (een klein soort fort) waar 25 Gelderse
soldaten worden gelegerd om het stadje te
beschermen. Pas in 1528 komt er een einde aan de
Gelderse oorlogen als de hertog bijna geheel
Utrecht en Overijssel bezet en de bisschop niets
anders kan doen dan opstappen waarbij keizer
Karel V zelf de touwtjes in handen neemt, het
duurt echter nog tot 1543 voordat hij Gelre er
definitief onder krijgt.
Toen de vrede was weergekeerd moest het bolwerk
( waarnaar waarschijnlijk de Bolwerkstraat is
genoemd) worden afgebroken en kwam er weer
ruimte op de toch al kleine Markt.
De jaarmarkten werden langzamerhand door de
eeuwen heen kermissen. In 1899 gingen de
paasmarkt en het paasprocessiefeest samen als
paaskermis naar het Volkspark….
De St Maartensmarkt ook wel wintermarkt of
“koale kermis” genoemd werd in datzelfde jaar
wegens gebrek aan belangstelling afgeschaft. De
dinsdagmarkt bloeit nog altijd en is dus in
feite de 500 jarige jubilaris. De zaterdagmarkt
is eigenlijk eind 19e eeuw zoals wij Twentenaren
dat zeggen “sliepstettend” ontstaan. Ene
Denneboom ging brutaalweg met zijn worstenkraam
op zaterdag bij de Grote Kerk staan en toen
niemand er wat van zei, dachten anderen; “Dat
kan ik ook.” Zo groeide het verder uit en werd
het initiatief tenslotte in 1909 ook door de
gemeente officieel erkend, overgenomen en
georganiseerd. De op zaterdag massaal naar
Enschede komende Duitsers zijn Denneboom er nog
altijd dankbaar voor.
De foto(boven)toont een van de laatste jaarmarkten
rondom de Grote kerk.