HOOG BEZOEK  (deel 1)

 

Vervolg : naar deel 2

 

 



Versierde Langestraat..
 

 




Deze prachtige foto van de Langestraat met de toren van de Grote kerk op de achtergrond toont ons een met vlaggen, groen en guirlandes versierde stad ter ere van het bezoek van regentes Emma en prinses Wilhelmina op 4 september 1895. Maar let eens op de toren. Is die niet erg licht van kleur?
We gaan samen terug in de tijd en beleven mee welke, soms niet realistische en in onze ogen lachwekkende, voorbereidingen er in de aanloop van het bezoek allemaal genomen werden.
Burgemeester was destijds Tjeerd van der Zee, een voormalig luitenant van het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) die zich heldhaftig had gedragen tijdens de Atjeh- oorlog waarbij hij de erenaam verwierf van “held van Soerian” en wegens zijn dapperheid veelvuldig was onderscheiden o.a. met de Militaire Willemsorde. Hij was daarbij echter zo zwaar gewond geraakt dat hij voor de dienst werd afgekeurd. Voor dergelijke lieden was destijds altijd en een overheidsbaan weggelegd en zo werd Tjeerd van der Zee burgemeester, eerst van Monnikendam en in 1884 van Enschede. Het was een trotse, eigengereide en autoritaire man die van zichzelf, zijn wethouders en ambtenaren een ijzeren discipline eiste en vaak zijn zin tegen beter weten in doordreef.
Toen hem in juli 1895 het bericht bereikte dat het de beide majesteiten had behaagd zijn stad te bezoeken, geraakte hij in een euforie die een orgasme benaderde, maar tegelijkertijd liep het hem in zeven kleuren dun door broek bij de gedachte aan de verantwoording die hij daarmee kreeg want Enschede was in die tijd een roerige en onrustige stad.
Er volgden twee maanden van intensive voorbereiding. De stad moest er onberispelijk uitzien. Nu was dat niet zo moeilijk want de meeste gebouwen waren na de verwoestende stadsbrand van 1862 nog maar dertig jaar oud. Veel groen om bouwvallen te verstoppen zoals bij het vorige Koninklijke bezoek in 1862 was er niet nodig. Erebogen mochten mits ze de kritiek van de burgemeester konden doorstaan en natuurlijk moest waar dat mogelijk was, gevlagd worden.
Maar er waren twee grote obstakels die van der Zee persoonlijk een doorn in het oog waren.
Dat was het bescheiden stadhuis dat zuinig was ingericht en in zijn visie niet paste in een stad waar Gerrit Jan van Heek een der rijkste mannen van het land woonde. Hij gaf dan ook opdracht het gebouw van binnen een rijk aanzien te geven. Hiervoor werd een gespecialiseerde firma ingehuurd die met gedrapeerde wandkleden, tapijten en grote potten met tropische planten het interieur een deftiger aanzien gaf, waarbij het er op moest lijken of het er altijd al zo had uitgezien en niet omdat er toevallig hoog bezoek kwam. Het toont de kronkel in de geest van de burgemeester.
Maar het kon nog erger. Wat hem ook niet beviel was de voor zandsteen normale, maar in zijn ogen smerige zwart-gele kleur van de Grote Kerk op de Markt. Het was geen gezicht voor het meest bepalende gebouw in de stad. Wat zouden de hooggeboren dames er wel niet van zeggen. Hij stelde voor de kerk door middel van een grijze saus een lichter aanzien te geven. Uiteraard vond hij tegenspraak bij zijn wethouders en in de gemeenteraad. Hij dreef zijn zin echter door en een schildersbedrijf kreeg opdracht het karwei tijdig voor 4 september te klaren. Nu was de toren eigendom van de stad dus daar kon hij zelf over beslissen. De kerk echter was van de Hervormde Gemeente waarvan het bestuur uit nuchtere en verstandige Enschedeërs bestond dat toen de burgemeester opdracht gaf om ook de kerk te laten schilderen, hem te verstaan gaf het een “onzalig idee” te vinden en er niet aan mee te willen werken. Van der Zee ontstak hierover weliswaar in woede maar moest zich erbij neerleggen. Dus werd alleen de toren van een licht grijze saus voorzien, hetgeen in de landelijke dagbladen via ingezonden stukken nogal wat spot en hoon op leverde, maar dat zou van der Zee een biet dan wel worst wezen…
Toen de grote dag nadere liet hij in de Tubantia een dwingende oproep plaatsen aan alle bewoners om hun stoepen en straatjes schoon te houden en straatvuil en vooral paardenvijgen te ruimen.
De stad was er op het eerste gezicht klaar voor…….
Maar onze burgemeester had grotere zorgen dan alleen het aanzien van zijn stad, maar daarover lezen we de volgende keer meer…


  

 



Regentes Emma en prinses Wilhelmina..